Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [33]Zadok, zoon van Ahitub, en [34]Achimelech, zoon van Abjathar, waren [35]priesters; en Seraja was [36]schrijver. 33. Van Aarons linie, door Eleazar, 1 Kron.6:4,8, en 1 Kron.24:3. Zie van dezen onder hfdst.15 vs.24, en hfdst.20 vs.25; 1 Kron.16:39, en 1 Kron.24:3, en 1 Kron.29:22; idem 1 Kon.1:8,32,38, en 1 Kon.2:35. 34. Van Aarons linie, door Ithamar en Eli, 1 Kron.24:3. 35. Van de ordeningen der priesteren zie Num.3:32, en 2 Kon.23:4. 36. Zie 1 Kon.4:3.